Iedereen die fotografeert of fotografeert kent het kleurzweemprobleem van de stoere, slanke, matte tl-buizen. Neonlampen (vroeger werden ze uitsluitend gevuld met het edelgas neon), of beter gezegd: fluorescentielampen, zijn enorm populair bij huiseigenaren en architecten: ze produceren goedkoop, zacht licht en genereren weinig warmte. Daarom komen we ze overal tegen, in kantoren, supermarkten, scholen of luchthavens. Ze hangen meestal onder plafonds en verspreiden een min of meer gelijkmatig licht. Ook komen we fluorescentielampen tegen in de vorm van compacte spaarlampen, of in de vorm van reclamelichten.
Helder maar groenachtig
Hun hoogste lichtopbrengst wordt geassocieerd met pieken in het blauwe en gele bereik, die een lichte groene tint in hun mix veroorzaken. Onze ogen compenseren grotendeels de groene tint, maar film en video zijn minder genereus. Fluorescerende buizen die deze groene kleurzweem vermijden (door verschillende gassen in de glazen bol te mengen en verschillende fosforen te gebruiken) hebben meestal 25 tot 30% minder lichtopbrengst. Ze worden dan ook vooral gebruikt waar een zuiver kleurenspectrum belangrijk is, d.w.z. in musea, grafische studio’s, in fotografie en in film. Overal vind je de groenige buizen vanwege de hogere lichtopbrengst.
Neonlicht in film en video
Voor cinematografen die op film schieten, zijn deze lichten minder dan aangenaam. Er zijn filmmaterialen die gevoelig zijn voor kunstlicht of daglicht, maar geen die is aangepast aan het groenige neonlicht. Gekleurde materialen erkennen meestal het gebruik van neonbuizen met een zichtbare groene zweem. Sommige cameramannen gebruiken dit effect zelfs om scènes die een bepaalde steriliteit, koelte, ja, misschien ook ziekte bevatten, atmosferisch te ondersteunen (bijvoorbeeld in ziekenhuisgangen). Het bewuste gebruik van deze groene tint benadrukt ook de kou ’s nachts, isolatie in bars, liften of eindeloze hoogbouwgangen. Maar wat te doen als de acteurs er gezond en levendig uit moeten zien, misschien zelfs mooi? De groene tint ziet er daar niet al te best uit.
Gemengde lichtfiltering
Het is makkelijker voor degenen die op video schieten en alleen met de bestaande neonbuizen schieten: de witbalans van de camera maakt het mogelijk om de groene tint eenvoudig weg te filteren. Maar als je je zelfs schaamt om filmspots te moeten combineren met neonlampen, dan zijn de problemen voor filmmateriaal of video-opnames even groot.
Dit is de norm bij het filmen, het licht dat vanaf het plafond naar beneden schijnt is immers verre van ideaal. Het creëert donkere oogkassen, schaduwen op de neus, dubbele kin. Dus wat te doen als je filmspots en neonlampen combineert? Geen van de gebruikelijke filmlampen komt overeen met neonlicht, zelfs geen fluorescentielampen voor filmdoeleinden, omdat hun dure buizen een schoon kleurenspectrum hebben. Afhankelijk van het type stralen ze daglicht of kunstlicht uit, maar beide zonder de onaangename groene tint van goedkope buizen. In principe zijn er verschillende varianten die afhankelijk zijn van de mate waarin de neonlichtbronnen direct in het beeld te zien zijn of alleen licht uitstralen dat in het beeld zichtbaar is.
Vervang buizen
Als het bestaande neonlicht de hoofdverlichting is en je alleen key light en fill-in nodig hebt, zou je, als je met fluorescerende filmlampen werkt, hetzelfde type buizen kunnen gebruiken die onder het plafond van de kamer in de filmlampen hangen als goed. Dat zou een elegante oplossing zijn, maar hangt af van de filmverlichting. Afhankelijk van het type gebruiken ze buizen in een speciale uitvoering die niet altijd verkrijgbaar zijn in de gebruikelijke consumentenbuizen. Dan kun je in het lab een uniforme witbalans voor video uitvoeren of de groene component voor film verkleinen. Het andere alternatief, alle groen getinte buizen vervangen door die met een schoon kleurenspectrum, is uit den boze vanwege de kosten. Een supermarkt uitrusten met bijvoorbeeld dure filmcompatibele buizen gaat menig budget te boven.
Filterfilms: Minus Groen
Als de neons niet in beeld zijn, heb je de mogelijkheid om de groene component direct uit de lichtbronnen te filteren met een zalmkleurige speciale filterfolie genaamd Minus Green. Als camerafilter komt dit grofweg overeen met het CC30 magenta filter, met de helft van de dichtheid van de CC15. Als je dan samen met kunstlichtlampen belicht, heb je continu kunstlicht (mits de neons kunstlichtkarakter hebben) en kan je fotograferen zonder kleurzweem. In dit geval wordt de witbalans gemaakt met alleen het gefilterde neonlicht zonder extra filmspots. Als u vervolgens de kunstlichtfilmspots inschakelt, moet hun licht in de opname (of op de controlemonitor) neutraal lijken. Als dit niet het geval is, herken je dat